Category: Uncategorized

Standpunt van de maand: juli 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

Weidepercelen waarvan het natuurlijke- en cultuurhistorisch bodemreliëf bewaard is gebleven, moeten behouden blijven, ook in het belang van de weidevogels.

Ruwvoederteelt, zoals maïsteelt, is een agrarische activiteit die bezien vanuit de agrarische bedrijfsvoering niet kan worden gemist. Omdat met ploegen voor de maïsteelt geleidelijk het microreliëf verdwijnt, moeten de teeltvoorwaarden (waar en hoeveel) wel duidelijk zijn. Dit laatste om de bescherming van de weidevogels, maar ook om het microreliëf en de openheid van het landschap te behouden.

In 2008 is binnen de gemeente Castricum het Maïsberaad ingesteld met het doel om de maïsteelt te reguleren en te komen tot afspraken over een maximum oppervlakte aan maïsteelt. Aan dat beraad namen naast de vertegenwoordigers uit de agrarische sector ook vertegenwoordigers deel vanuit de weidevogelbescherming, archeologie en cultuurhistorie. Er zijn percelen in kaart gebracht die voor de maïsteelt benut mogen worden met een totale oppervlakte van 478 hectare. Daarbij is afgesproken dat jaarlijks niet meer dan op 125 hectare mag worden geteeld. Behalve dat er een maximum is gesteld voor het gehele gebied, is ook de teelt per bedrijf gemaximaliseerd: maïsteelt is toegestaan op hooguit 25% van het totale bedrijfsoppervlak van een individuele agrariër.
In 2009 is deze regeling gaan gelden en functioneert sindsdien naar tevredenheid.

 

Vroeger een algemeen beeld, maar nu is Buitendijks Weid, een van de weinige weidepercelen waarvan het natuurlijke- en cultuurhistorisch bodemreliëf bewaard is gebleven.

 

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: juni 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

Om de biodiversiteit te versterken en te beschermen moet natuur- en landschapsbeheer gezien worden in samenhang met thema’s, zoals water-, bodem-, milieukwaliteit en natuurinclusieve landbouw.

Om het Natuurnetwerk Nederland te realiseren is in de loop van de tijd in het polderland veel natuur bijgekomen. Dat is mooi, maar al die natuurterreinen in de polders zorgen er wel voor dat natuurbelangen en agrarische belangen met elkaar conflicteren. Door aankopen van gronden door natuurorganisaties raakt het agrarische areaal steeds meer versnipperd en wordt weidegang bemoeilijkt. Zowel agrariërs als natuurorganisaties hebben belang bij grote aaneengesloten gebieden, met elk hun eigen favoriete waterpeil. De tegengestelde wensen betreffende het waterpeilbeheer maken het watersysteem complex.

De landbouwsector staat aan de vooravond van een ingrijpende transitie. Consumenten worden steeds kritischer over schade aan milieu en natuur en over dierenwelzijn in de veeteelt. Te lang hebben natuurbeheerders en agrariërs elkaar beschouwd als opponenten terwijl zij eigenlijk elkaar partners zouden moeten zijn. Langzaam ontstaat het inzicht dat we in Noord-Holland genoeg vee moeten overhouden om het landschap in stand te houden. Als er geen agrarische hoofdberoepers meer actief zijn, is er heel veel energie en geld nodig om het beheer van het landschap en bijbehorende natuur in stand te houden.

Vijftien Noord-Hollandse organisaties (terreinbeheerders, overige natuur- en milieuorganisaties, landbouworganisaties, onderwijsinstellingen en financiële instellingen) hebben de handen ineengeslagen om een provinciale invulling te geven aan het landelijke Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Het plan heeft betrekking op landbouw- en natuurgebieden, goed voor zeventig procent aan landoppervlak in de provincie. Om de biodiversiteit te versterken en te beschermen moet natuur- en landschapsbeheer gezien worden in samenhang met thema’s, zoals water-, bodem-, milieukwaliteit en natuurinclusieve landbouw.

Behoud en herstel van biodiversiteit is van belang voor de natuur, maar is tevens onmisbaar voor de mens.

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: mei 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

Passende verdienmodellen en het belonen van agrariërs voor hun prestaties kan de natuurlijke rijkdom weer in het agrarische landschap terugbrengen.

Gestimuleerd door de overheid, hebben organisaties voor natuurbeheer zich in de markt gezet. Vrij gekomen agrarische gronden hebben een natuurfunctie gekregen. Maar ook door natuurorganisaties aangekochte terreinen vergen onderhoud en beheer en daar is geld voor nodig. Vanouds was de boer of de tuinder de goedkoopste beheerder van het cultuurlandschap. Het agrarische product was belangrijk voor het inkomen; het bloemrijke agrarische landschap het bijproduct van het handelen om dat inkomen te verwerven. Die koppeling is niet meer vanzelfsprekend, enerzijds omdat veel agrariërs het voor gezien houden, anderzijds door de schaalvergroting en intensivering van de landbouw. Om een aantrekkelijk agrarische landschap te kunnen behouden en de biodiversiteit te bevorderen, zou het aanbieden van langdurende beheerovereenkomsten agrariërs meer toekomstzekerheid kunnen aanbieden. Passende verdienmodellen en het belonen van prestaties zorgen ervoor dat biodiversiteitsherstel niet langer een kostenpost is maar een inkomstenbron. In onze regio is de Agrarische Natuurvereniging Water, Land en Dijken actief. Op het eiland Westwouderpolder werken Staatsbosbeheer en de laatst overgebleven agrariër samen. Door de geïsoleerde ligging is dit gebied tamelijk ongerept gebleven en zeer vogelrijk.

Het is een van de weinige plekken in de gemeente Castricum, waar de kemphaan nog in behoorlijke aantallen voorkomt en de grutto en de veldleeuwerik nog in ouderwets hoge dichtheden te vinden zijn. Agrarische bedrijfsvoering en landschapsbeheer met behoud van de weidevogelpopulatie gaan hier samen.

Kleine boerenbedrijven behoren ook in de Westwouderpolder tot het verleden. Schaalvergroting, landschaps- en natuurbeheer gaan hier samen.

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: april 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

Biologische veeteelt verdient de voorkeur. Daarbij hoort een veestapel op maat en een eerlijke prijs voor producten van de boer.

Nieuwbouw van stallen heeft niet altijd te maken met schaalvergroting. Nieuwbouw kan ook nodig zijn als oude stallen niet meer voldoen aan de huidige eisen voor dierwelzijn, arbeidsgemak en bijvoorbeeld om de status van biologische melkveehouderij te kunnen behouden. Voor biologische boeren is duurzaamheid en natuurlijk evenwicht belangrijker dan een intensieve bedrijfsvoering. Daarom wordt er geen gebruik gemaakt van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Duurzame melkveebedrijven presteren economisch beter dan bedrijven die minder groen zijn. Het aantal dieren is afgestemd op de beschikbare grond, zij halen meer voer van eigen land, hoeven minder mest af te voeren en krijgen meer geld voor de melk. Dat blijk uit onderzoek van de Wageningen Universiteit. Extensief zijn is anders dan extensief worden. Verduurzamen kost geld en het ondermijnt in eerste instantie het verdienmodel. Ook moet er voldoende vraag zijn om de duurzamere zuivel te kunnen verkopen. Daar heb je consumenten voor nodig die in de winkel andere keuzes gaan maken. Dat blijft nog achter. Het prijsverschil is een drempel.

De overheden werken mee aan oplossingen om het agrarische landschap in stand te houden. Het stimuleren van biologische landbouw, verbreding van de bedrijfsvoering, zoals het toestaan van minicampings en marktontwikkeling voor streekeigen producten zijn enkele voorbeelden, maar ook het stallen van pensionpaarden. Deze mogelijkheden bieden zeker een aantal bedrijven overlevingskansen. Terwijl totale de landbouwoppervlakte en totaal aantal ‘gewone’ boeren afneemt, groeit het aantal biologische boeren. Het aantal hectare biologische landbouwgrond – vooral in de melkveehouderij – en de biologische consumptie zijn fors toegenomen. De toename versnelt wel, maar niet hard genoeg om de doelstelling van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) te halen. In 2030 moet namelijk 15 procent van de totale landbouwgrond en voedselconsumptie biologisch zijn, zo heeft het ministerie zichzelf als doel gesteld. In 2023 lag dat aandeel in de landbouw op 4,5 procent en bij de voedselconsumptie op 3,8 procent. (Bron: CBS en marktonderzoeker GfK).

 

 

Biologische veeteelt, gericht op de binnenlandse markt, verdient de voorkeur.

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: maart 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

Grondgebonden veehouderij is een gewenste keuze. Voerproductie, mestbehoefte en mestproductie zijn afgestemd op de beschikbare grond en daarmee is de kringloop gesloten.

In een bindend advies van de commissie Grondgebondenheid Melkveehouderij in opdracht van de landbouworganisatie LTO en de Nederlandse Zuivel Organisatie staat dat melkveehouders voldoende eigen grond moeten hebben om zelf voor voer voor hun koeien te kunnen zorgen. Boeren mogen in 2025 nog maar voor een derde van de eiwitten die de melkkoeien nodig hebben, afhankelijk zijn van de diervoederindustrie. Melkveehouders die te weinig grond hebben, moeten buurtcontracten sluiten met boeren binnen een straal van twintig kilometer om zo in de behoefte aan voldoende eiwitrijke gewassen te kunnen voorzien. Zo hoeft er minder soja- en palmproducten te worden geïmporteerd. Daarmee kan de stikstof- en CO2-uitstoot enorm terug worden teruggedrongen.

Kringlooplandbouw is noodzakelijk om te komen tot minder overlast van broeikasgassen, geur, stikstof en gewasbeschermingsmiddelen. Kringlooplandbouw is er ook op gericht om verspilling in de voedselproductie tegen te gaan. Het gaat niet alleen om een zo hoog mogelijke productie, maar juist ook om grondstoffen zoveel mogelijk ‘uit de kringloop’ te betrekken. Voor kringlooplandbouw is de grootte van de veestapel van essentieel belang: koeien, varkens en kippen zijn nodig om de cirkel rond te krijgen. Voldoende weidegronden om de koeien te kunnen laten grazen en een kleinere veestapel die qua omvang en milieubelasting past in Nederland is niet alleen goed voor mens en natuur, maar ook voor die van de dieren.

Met weidegang hebben de dieren de ruimte om hun natuurlijke gedrag te vertonen, zitten beter in hun vel en hebben minder stress. Bovendien wordt daarmee een bijdrage geleverd aan de ‘aankleding’ van het landschap. Met meer Nederlandse producten in de schappen en tegen een betere productieprijs kunnen de kringloopboer en de circulaire landbouw de toekomst hebben.

Dierwelzijn in de veehouderij

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: februari 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

Verbetering van de biodiversiteit en belevingswaarde van het agrarisch gebied zijn alleen mogelijk met minder intensieve veehouderij. Hoe realistisch is schaalverkleining? Laten wij beginnen te stoppen met schaalvergroting.

Zuivelcoöperatie Friesland-Campina liet eind 2019 weten dat 83 procent van de aangesloten melkveebedrijven in Nederland een vorm van weidegang toepast. De weidepremies die zuivelondernemingen aan boeren geven zijn van belang om koeien zichtbaar te houden in Nederlandse landschap. De bereidheid van de consument om daar iets extra’s voor te betalen geeft een extra stimulans. In de gemeente Castricum, net als in andere gemeenten in Noord-Holland, ligt het percentage weidegang hoger. Volgens het CBS ligt het aandeel bedrijven met beweiding in Noord-Holland op 90 procent.

Koeien in de wei, dat zien we graag, maar is dit in het belang van de mens, de koe of de natuur? Koeien in de wei leveren stikstof op in de atmosfeer. Dat levert stikstofneerslag op in natuurgebieden, waardoor er maatregelen genomen moeten worden. In een loop- en ligboxenstal worden deze uitlaatgassen afgevangen. De Wageningen Universiteit en Research voorspelt echter de komende jaren een dalende trend in het aantal koeien in de wei. Grotere bedrijven met meer dan 250 koeien verdringen bescheidenere bedrijven. Bij toenemende bedrijfsgrootte is weidegang lastiger in te passen in de bedrijfsvoering. De dieren verblijven veelal in een loop- en ligboxenstal met in het gunstige geval achter de boerderij een huiskavel voor een uitloopmogelijkheid naar buiten. Het gras op de verder gelegen weidepercelen wordt gemaaid en aan de koeien op stal gevoerd. Door het gras te maaien is de grasopbrengst hoger omdat niets door vertreding en bevuiling verloren gaat. Er worden grassoorten ingezaaid die een grotere grasopbrengst opleveren. Dit wordt wel grasakkerbouw genoemd en brengt verschraling van de natuurwaarden met zich mee. De wintervoorraad gras wordt opgeslagen in grote ronde balen, stevig verpakt in plastic, of bewaard in langwerpige kuilen die worden afgedekt met plastic met daarop een laag zand of autobanden. Het zal niet eenvoudig zijn, maar meer biodiversiteit en hogere landschappelijke kwaliteit kan dus alleen verkregen worden met schaalverkleining, dat wil zeggen, kleinere veestapel per bedrijf, meer kruidenrijke graslanden voor insecten en een gunstige grondwaterstand voor een gezonder bodemleven. Insecten en een gezond bodemleven zijn onmisbaar voor de weidevogelpopulatie. Wie zal de boer daarvoor betalen?

 

Koeien in de wie zien we graag, maar veel koeien in de wei, is dat wel in het belang van de mens, de koe of de natuur?

 

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: januari 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

In Uitgeest bestaan mooie doorzichten die gekoesterd moeten worden.

Uitgeest is een compact gebouwd dorp met weinig opgaande begroeiing, maar met een sfeervolle oude kern. Tot de mooie doorzichten behoren het uitzicht van verschillende kanten op de molens De Kat en De Dog, de doorzichten bij de sluis met ophaalbrug aan de Meldijk en het uitzicht vanaf de Lagendijk op het landelijke gebied met de Tweede Broekermolen. Vanaf de oeverparken Dorregeest en Zwaansmeer kan het Uitgeestermeer worden overzien. Aan de westkant is de Dije als restant van de noordelijke geulboog van het Oer-IJ van grote natuurhistorische en landschappelijke waarde. Deze wordt gekruist door de Uitgeesterweg uit Castricum. In dit gebied ligt ook de eeuwenoude eendenkooi Van der Eng.
Als de plannen eertijds van de gemeente Uitgeest waren doorgegaan zou de eendenkooi nu omringd zijn door een woonwijk. De kooi wordt beheerd door Landschap Noord-Holland. Enkele keren per jaar kan er ingetekend worden voor een excursie.

Aan de noordwestzijde van Uitgeest ligt de Koogdijk vanwaar tijdens een wandeling van het landelijke gebied genoten kan worden.

Uitzicht vanaf de dorpsrand op de molens De kat en De Dog.

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: december 2023

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

De Woude is een mooie plek die we moeten koesteren. Wel behoeft de voormalige scheepswerf een opknapbeurt of een herinrichting.

De Westwouderpolder is een eiland aan de oostkant van het Alkmaardermeer met de kernen De Woude en Stierop aan de rand van de polder op en langs een dijk. Uitbreiding van bebouwing is niet toegestaan.
Omstreeks 1630 werd bij de droogmaking van de Schermeer (Schermer) de Markervaart gegraven, om overtollig water te kunnen afvoeren. De nog niet bedijkte Westwouderpolder kwam hierdoor los te liggen van de Oostwouderpolder. Met een hoger waterpeil in de Schermerboezem waarvan ook het Alkmaarder- en Uitgeestermeer deel uitmaken was het in de 17e eeuw noodzakelijk de polders rondom te bedijken. Zo ook de Westwouderpolder. Een overzetpont onderhoudt de verbinding met de vaste wal. Sinds januari 2014 is de pont in beheer bij de gemeente Castricum. Een vaste brugverbinding wordt door de bewoners niet gewenst.

De direct aan het water gelegen camping De Woude maakt deel uit van de informele sfeer die de kern De Woude uitstraalt. De voormalige scheepswerf behoeft een opknapbeurt of zou moeten worden heringericht. De verderop gelegen bebouwing aan de Stierop ademt ook een sfeer van landelijkheid, ondanks de aanwezigheid van een groot agrarisch bedrijf. Om de Westwouderpolder kan een anderhalf uur durende wandeling worden gemaakt.

(Voormalige) Jachtwerf ’t Kombof.

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: november 2023

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

Woningbouw in Akersloot zou alleen op de strandwallen moeten plaatsvinden om de aardkundige verschijning van de twee smalle strandwallen met daartussen een smalle strandvlakte zichtbaar te houden.

Akersloot is ontstaan op twee smalle strandwallen die in het noorden samenkomen. Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat de strandwal Boekel-Akersloot-Uitgeest al tussen 2400 en 1900 v. Chr. werd bewoond. Woningbouw zou alleen op de strandwallen moeten plaatsvinden om de aardkundige verschijning van de twee smalle strandwallen met daartussen een smalle strandvlakte (Binnengeesterpolder) zichtbaar te houden. Het resterend zuidelijk deel van de Binnengeesterpolder aan de Sluisweg en het noordelijk deel  vanaf de Roemersdijk zouden niet bebouwd moeten worden. Om in de woningbehoefte te voorzien wordt nog op de strandwal gebouwd en is er nog enige ruimte aan de westrand van de westelijke strandwal. Er moeten wel doorzichten naar het buitengebied overblijven.

Op de luchtfoto uit 1957 tekenen de akkers op de twee strandwallen zich duidelijk af. In de daartussen gelegen voormalige strandvlakte liggen de weidegronden.

Opvallend is dat de westzijde van de westelijke strandwal nauwelijks opgaande begroeiing heeft. Hier zijn wel restanten te vinden van hagen die vroeger de zandige akkers tegen verstuiving moesten beschermen. Het Kerkmeer ligt verscholen achter de woonbebouwing, maar is wel te overzien vanaf een steiger aan het einde van de woonstraat Kerkemeer en een klein parkje aan de Waterzijde. Na de bouw van een wijkje met luxe woningen is de bereikbaarheid van en het uitzicht op het Achter-Kerkmeer verbeterd.

 

Karakteristiek zijn de hagen die vroeger de gewassen op de zandige akkers op de strandwal tegen wind en overstuiving moesten beschermen.

 

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: oktober 2023

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

In de smalle ruimte tussen Limmen en Castricum ligt de Schulpvaart, een overblijfsel van de Oer-IJ Delta. Om de landschappelijke en de natuurwaarden te behouden moet deze zone open en groen blijven.

Vroeger lagen de akkers op de strandwal en werd alleen daarop gebouwd. Later zijn aan de oostkant van Limmen buiten de strandwal woonwijken gebouwd in de Groot-Limmerpolder. Deze stammen uit de tijd, dat de bollenvelden op de strandwal nog te duur waren om aan te kopen voor woningbouw. Landschappelijk gezien is bouwen buiten de strandwal een slechte ontwikkeling geweest. Het effect is wel verzacht met het aanbrengen van groenvoorzieningen.
Richting Heiloo vormt de Oosterzij een open rand naar de strandvlakte, vergelijkbaar met de Westerweg aan de westzijde. Aan de Zuideinderweg staat een zeer opvallende ‘beeldvervuiler’. Het is de grote lichtgroene loods die pontificaal oprijst voor het landelijke decor met het kerkje aan de Zuidkerkenlaan. Deze situatie bestaat al heel lang. Een groensingel om de loods zal een belangrijke kwaliteitsverbetering van het dorpssilhouet opleveren. Op het voorterrein van de loods staat sinds 2023 een kleine molen, gebouwd op een molenschuur. Het is een verkleinde versie van meelmolen De Mol die elders in Limmen stond en in 1916 is afgebrand.
Aan de zuidzijde van Uitgeesterweg moet verdere bebouwing worden uitgesloten om de doorzichten die hier nog aanwezig zijn te behouden. In de smalle ruimte tussen Limmen en Castricum ligt de Schulpvaart, een overblijfsel van de Oer-IJ Delta. Deze groene zone maakt deel uit van de Schoonwatervallei, de noordelijke natuurverbinding naar het Alkmaardermeer. Om de landschappelijke en de natuurwaarden moet ook die zone vrij blijven van bebouwing.

De smalle ruimte tussen Limmen en Castricum moet open en groen blijven.

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Privacy Settings
We use cookies to enhance your experience while using our website. If you are using our Services via a browser you can restrict, block or remove cookies through your web browser settings. We also use content and scripts from third parties that may use tracking technologies. You can selectively provide your consent below to allow such third party embeds. For complete information about the cookies we use, data we collect and how we process them, please check our Privacy Policy
Youtube
Consent to display content from - Youtube
Vimeo
Consent to display content from - Vimeo
Google Maps
Consent to display content from - Google