Category: Uncategorized

Standpunt van de maand: oktober 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

Zolang een boerderijcamping een bijdrage vormt aan een gezonde bedrijfsvoering en zo de kwaliteit van het weidelandschap in stand gehouden kan worden, kan dat voor toeristen bijdragen aan een positieve beleving van het landschap.

Een boerenbedrijf kan nauwelijks economisch rendabel én kleinschalig tegelijk zijn. Neven-inkomsten via bijvoorbeeld verblijfsrecreatie zijn voor die bedrijven van groot belang. Zolang een boerderijcamping een bijdrage vormt aan een gezonde agrarische bedrijfsvoering en zo de kwaliteit van het weidelandschap in stand gehouden kan worden, kan dat voor toeristen bijdragen aan een positieve beleving van het landschap.

Al kort na de Tweede Wereldoorlog ontstonden er boerderijcampings in het landelijk gebied en in de loop van de twintigste eeuw is dit verschijnsel enorm toegenomen. Als regel geldt dat het agrarische bedrijf altijd de hoofdactiviteit dient te zijn en een boerderijcamping alleen als nevenactiviteit is toegestaan. Hiermede kan een aanvullende economische basis worden gevonden. Binnen de gemeente Castricum mag een boerderijcamping uit 30 staanplaatsen bestaan. In Uitgeest beschikt minicamping de Swaenebloem (Lagendijk 45) over 33 plaatsen en minicamping De Rodenburghoeve (Bus en Dam 22) over 15 plaatsen. Juist het kleinschalige karakter en een goede inpassing in het landschap maakt het kamperen bij de boer aantrekkelijk. Verdere uitbreiding van het aantal campingplaatsen bij een agrarisch bedrijf zal bij de rust en ruimte minnende kampeerders de aantrekkelijkheid doen afnemen.

 

Kamperen bij de boer moet kleinschalig zijn om voor rust en ruimte minnende kampeerders aantrekkelijk te blijven.

 

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: september 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

Natuurbescherming moet absoluut, maar het is de kunst een goede balans te vinden tussen agrarisch landgebruik, natuur en landschapsbeleving.

Er spelen verschillende belangen in het buitengebied: agrarisch, toeristisch, natuur- en landschappelijk. Van natuur en landschap kan men genieten door het te zien, te horen, te beleven en zich erover te verwonderen. Voor sommigen vormt dit de motivatie om zich in te zetten als vrijwilliger of als beroepskracht in het natuurbeheer of voor natuur- en milieueducatie bij lokale, regionale of landelijke organisaties. Vanaf boerenlandpaden kan het landschap anders beleefd worden dan vanaf de fiets of vanuit de auto. Landschapsbeleving, natuurbeleving en educatie zijn van groot belang voor het creëren van maatschappelijk draagvlak voor de instandhouding van cultuur- en natuurlandschappen. Het ontsluiten van het landelijk gebied met boerenlandpaden, voet- en fietspaden maakt die beleving mogelijk. Aanleg en openstelling zijn echter afhankelijk van de aanwezige natuurwaarden. Ontoegankelijkheid is noodzakelijk als het bescherming van kwetsbare natuur betreft. Een voorbeeld is het natuurgebied Zeerijdtsdijkje, waarvan tijdens het broedseizoen slechts een klein gedeelte  toegankelijk is. Een ander voorbeeld is de Klaas Hoorn en Kijfpolder die juist in de winter is afgesloten om de overwinterende watervogels rust te gunnen. Natuurbescherming moet absoluut, maar het is de kunst een goede balans te vinden tussen agrarisch landgebruik, natuur en landschapsbeleving.

Agrariërs die hun land openstellen voor wandelaars kunnen hiervoor een vergoeding ontvangen. Recreatie Noord-Holland is uitvoerder van de boerenlandpadenregeling. Soms is het best lastig agrariërs te vinden die hieraan mee willen werken. Veel boeren willen geen vreemde mensen op hun land. Toch zijn de mogelijkheden voor het recreatief medegebruik van het agrarisch gebied zijn in de afgelopen jaren wel verbeterd o.a. door aanleg van fiets- en wandelpaden en het uitzetten van een kanoroute. Oude landschapselementen, zoals de Korendijk en de dijk rondom de Westwouderpolder, zijn in het recreatiefnetwerk opgenomen. Al veel langer bestaat het Zwaansmeerpad, een recreatief fietspad langs de zuidoever van het Uitgeestermeer. Het Alkmaardermeer is goed beleefbaar vanaf het fiets- en wandelpad op de dijk van langs de Klaas Hoorn- en Kijfpolder in Akersloot.

 

Landschapsbeleving, natuurbeleving en educatie is van groot belang voor het creëren van een maatschappelijk draagvlak voor de instandhouding van cultuur- en natuurlandschappen.

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: augustus 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

In de bloembollenteelt moeten veilige en afbreekbare bestrijdingsmiddelen en terughoudend gebruik gemeengoed zijn om de luchtkwaliteit rond de teeltgebieden en het grond- en oppervlaktewater minder te belasten.

Bollenteelt was vooral te vinden in de duinzoom en op de strandwallen. Door uitbreiding van bebouwing zijn deze teelten in deze gebieden sterk in oppervlakte verminderd. Noord-Bakkum kent echter een lange traditie van bollenteelt in de duinrandzone. In de omgeving van Egmond-Binnen is de teelt diep in de strandvlakte doorgedrongen. Voormalige weidepercelen zijn daarbij omgewerkt tot bollenland. Dit betekent dat diepere grondlagen naar boven zijn gehaald. Bij dit zogenaamde omgronden wordt de natuurhistorische opbouw van de bodemlagen en het microreliëf vernield en de natuurlijke rijkdom verminderd. Gelukkig hebben binnen de gemeenten Castricum en Uitgeest relatief weinig omgrondingen plaatsgevonden en lijkt deze activiteit tot het verleden te behoren. De Zanderij bij Castricum kent een lange traditie van bollenteelt. In 2019 is daar een gedeelte omgezet in een natuurbestemming. Daarvoor is de intensief bewerkte en voedselrijke toplaag verwijderd en reliëf aangebracht. Dat is goed voor de natuur en de ondergrond is daarbij onaangeroerd gebleven. In de toekomst zal ook Zanderij-Noord omgezet worden van bollenland naar natuurgebied. De zogenaamde ‘reizende bollenkraam’, waarbij steeds wisselende percelen grasland voor één jaar gebruikt worden voor de bloembollenteelt om daarna weer met gras te worden ingezaaid, is binnen de gemeentegrenzen van Castricum en Uitgeest gelukkig nauwelijks van betekenis geweest.

De huidige manier van grootschalige bollenteelt belast milieu en gezondheid. Betere teeltmethoden zijn beschikbaar, maar worden nauwelijks gebruikt. Veilige en afbreekbare bestrijdingsmiddelen en terughoudend gebruik moeten gemeengoed zijn om de luchtkwaliteit rond de teeltgebieden en het grond- en oppervlaktewater minder te belasten. Consumenten weten nog onvoldoende van de positieve effecten van biologische bollenteelt op de waterkwaliteit, bodemweerbaarheid en biodiversiteit. Aangetoond is dat de vogelstand op biologische percelen is gestegen. Slechts een deel van de biologisch geteelde bollen in Noord-Holland wordt tegen een meerprijs aan de consument verkocht. Dat de prijs van de biologisch geteelde bollen hoger is, moet geen beletsel zijn. Vergelijk biologisch geteelde groenten. Als duurzame biologische bollen niet verkocht worden, dan blijft voor bollentelers de prikkel uit om duurzame maatregelen te nemen of om te schakelen naar biologisch. Als deze branche niet meewerkt zal zij op een gegeven moment gedwongen worden.

Bollenteelt in de duinrandzone bij Noord-Bakkum.

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: juli 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

Weidepercelen waarvan het natuurlijke- en cultuurhistorisch bodemreliëf bewaard is gebleven, moeten behouden blijven, ook in het belang van de weidevogels.

Ruwvoederteelt, zoals maïsteelt, is een agrarische activiteit die bezien vanuit de agrarische bedrijfsvoering niet kan worden gemist. Omdat met ploegen voor de maïsteelt geleidelijk het microreliëf verdwijnt, moeten de teeltvoorwaarden (waar en hoeveel) wel duidelijk zijn. Dit laatste om de bescherming van de weidevogels, maar ook om het microreliëf en de openheid van het landschap te behouden.

In 2008 is binnen de gemeente Castricum het Maïsberaad ingesteld met het doel om de maïsteelt te reguleren en te komen tot afspraken over een maximum oppervlakte aan maïsteelt. Aan dat beraad namen naast de vertegenwoordigers uit de agrarische sector ook vertegenwoordigers deel vanuit de weidevogelbescherming, archeologie en cultuurhistorie. Er zijn percelen in kaart gebracht die voor de maïsteelt benut mogen worden met een totale oppervlakte van 478 hectare. Daarbij is afgesproken dat jaarlijks niet meer dan op 125 hectare mag worden geteeld. Behalve dat er een maximum is gesteld voor het gehele gebied, is ook de teelt per bedrijf gemaximaliseerd: maïsteelt is toegestaan op hooguit 25% van het totale bedrijfsoppervlak van een individuele agrariër.
In 2009 is deze regeling gaan gelden en functioneert sindsdien naar tevredenheid.

 

Vroeger een algemeen beeld, maar nu is Buitendijks Weid, een van de weinige weidepercelen waarvan het natuurlijke- en cultuurhistorisch bodemreliëf bewaard is gebleven.

 

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: juni 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

Om de biodiversiteit te versterken en te beschermen moet natuur- en landschapsbeheer gezien worden in samenhang met thema’s, zoals water-, bodem-, milieukwaliteit en natuurinclusieve landbouw.

Om het Natuurnetwerk Nederland te realiseren is in de loop van de tijd in het polderland veel natuur bijgekomen. Dat is mooi, maar al die natuurterreinen in de polders zorgen er wel voor dat natuurbelangen en agrarische belangen met elkaar conflicteren. Door aankopen van gronden door natuurorganisaties raakt het agrarische areaal steeds meer versnipperd en wordt weidegang bemoeilijkt. Zowel agrariërs als natuurorganisaties hebben belang bij grote aaneengesloten gebieden, met elk hun eigen favoriete waterpeil. De tegengestelde wensen betreffende het waterpeilbeheer maken het watersysteem complex.

De landbouwsector staat aan de vooravond van een ingrijpende transitie. Consumenten worden steeds kritischer over schade aan milieu en natuur en over dierenwelzijn in de veeteelt. Te lang hebben natuurbeheerders en agrariërs elkaar beschouwd als opponenten terwijl zij eigenlijk elkaar partners zouden moeten zijn. Langzaam ontstaat het inzicht dat we in Noord-Holland genoeg vee moeten overhouden om het landschap in stand te houden. Als er geen agrarische hoofdberoepers meer actief zijn, is er heel veel energie en geld nodig om het beheer van het landschap en bijbehorende natuur in stand te houden.

Vijftien Noord-Hollandse organisaties (terreinbeheerders, overige natuur- en milieuorganisaties, landbouworganisaties, onderwijsinstellingen en financiële instellingen) hebben de handen ineengeslagen om een provinciale invulling te geven aan het landelijke Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Het plan heeft betrekking op landbouw- en natuurgebieden, goed voor zeventig procent aan landoppervlak in de provincie. Om de biodiversiteit te versterken en te beschermen moet natuur- en landschapsbeheer gezien worden in samenhang met thema’s, zoals water-, bodem-, milieukwaliteit en natuurinclusieve landbouw.

Behoud en herstel van biodiversiteit is van belang voor de natuur, maar is tevens onmisbaar voor de mens.

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: mei 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

Passende verdienmodellen en het belonen van agrariërs voor hun prestaties kan de natuurlijke rijkdom weer in het agrarische landschap terugbrengen.

Gestimuleerd door de overheid, hebben organisaties voor natuurbeheer zich in de markt gezet. Vrij gekomen agrarische gronden hebben een natuurfunctie gekregen. Maar ook door natuurorganisaties aangekochte terreinen vergen onderhoud en beheer en daar is geld voor nodig. Vanouds was de boer of de tuinder de goedkoopste beheerder van het cultuurlandschap. Het agrarische product was belangrijk voor het inkomen; het bloemrijke agrarische landschap het bijproduct van het handelen om dat inkomen te verwerven. Die koppeling is niet meer vanzelfsprekend, enerzijds omdat veel agrariërs het voor gezien houden, anderzijds door de schaalvergroting en intensivering van de landbouw. Om een aantrekkelijk agrarische landschap te kunnen behouden en de biodiversiteit te bevorderen, zou het aanbieden van langdurende beheerovereenkomsten agrariërs meer toekomstzekerheid kunnen aanbieden. Passende verdienmodellen en het belonen van prestaties zorgen ervoor dat biodiversiteitsherstel niet langer een kostenpost is maar een inkomstenbron. In onze regio is de Agrarische Natuurvereniging Water, Land en Dijken actief. Op het eiland Westwouderpolder werken Staatsbosbeheer en de laatst overgebleven agrariër samen. Door de geïsoleerde ligging is dit gebied tamelijk ongerept gebleven en zeer vogelrijk.

Het is een van de weinige plekken in de gemeente Castricum, waar de kemphaan nog in behoorlijke aantallen voorkomt en de grutto en de veldleeuwerik nog in ouderwets hoge dichtheden te vinden zijn. Agrarische bedrijfsvoering en landschapsbeheer met behoud van de weidevogelpopulatie gaan hier samen.

Kleine boerenbedrijven behoren ook in de Westwouderpolder tot het verleden. Schaalvergroting, landschaps- en natuurbeheer gaan hier samen.

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: april 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

Biologische veeteelt verdient de voorkeur. Daarbij hoort een veestapel op maat en een eerlijke prijs voor producten van de boer.

Nieuwbouw van stallen heeft niet altijd te maken met schaalvergroting. Nieuwbouw kan ook nodig zijn als oude stallen niet meer voldoen aan de huidige eisen voor dierwelzijn, arbeidsgemak en bijvoorbeeld om de status van biologische melkveehouderij te kunnen behouden. Voor biologische boeren is duurzaamheid en natuurlijk evenwicht belangrijker dan een intensieve bedrijfsvoering. Daarom wordt er geen gebruik gemaakt van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Duurzame melkveebedrijven presteren economisch beter dan bedrijven die minder groen zijn. Het aantal dieren is afgestemd op de beschikbare grond, zij halen meer voer van eigen land, hoeven minder mest af te voeren en krijgen meer geld voor de melk. Dat blijk uit onderzoek van de Wageningen Universiteit. Extensief zijn is anders dan extensief worden. Verduurzamen kost geld en het ondermijnt in eerste instantie het verdienmodel. Ook moet er voldoende vraag zijn om de duurzamere zuivel te kunnen verkopen. Daar heb je consumenten voor nodig die in de winkel andere keuzes gaan maken. Dat blijft nog achter. Het prijsverschil is een drempel.

De overheden werken mee aan oplossingen om het agrarische landschap in stand te houden. Het stimuleren van biologische landbouw, verbreding van de bedrijfsvoering, zoals het toestaan van minicampings en marktontwikkeling voor streekeigen producten zijn enkele voorbeelden, maar ook het stallen van pensionpaarden. Deze mogelijkheden bieden zeker een aantal bedrijven overlevingskansen. Terwijl totale de landbouwoppervlakte en totaal aantal ‘gewone’ boeren afneemt, groeit het aantal biologische boeren. Het aantal hectare biologische landbouwgrond – vooral in de melkveehouderij – en de biologische consumptie zijn fors toegenomen. De toename versnelt wel, maar niet hard genoeg om de doelstelling van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) te halen. In 2030 moet namelijk 15 procent van de totale landbouwgrond en voedselconsumptie biologisch zijn, zo heeft het ministerie zichzelf als doel gesteld. In 2023 lag dat aandeel in de landbouw op 4,5 procent en bij de voedselconsumptie op 3,8 procent. (Bron: CBS en marktonderzoeker GfK).

 

 

Biologische veeteelt, gericht op de binnenlandse markt, verdient de voorkeur.

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: maart 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

Grondgebonden veehouderij is een gewenste keuze. Voerproductie, mestbehoefte en mestproductie zijn afgestemd op de beschikbare grond en daarmee is de kringloop gesloten.

In een bindend advies van de commissie Grondgebondenheid Melkveehouderij in opdracht van de landbouworganisatie LTO en de Nederlandse Zuivel Organisatie staat dat melkveehouders voldoende eigen grond moeten hebben om zelf voor voer voor hun koeien te kunnen zorgen. Boeren mogen in 2025 nog maar voor een derde van de eiwitten die de melkkoeien nodig hebben, afhankelijk zijn van de diervoederindustrie. Melkveehouders die te weinig grond hebben, moeten buurtcontracten sluiten met boeren binnen een straal van twintig kilometer om zo in de behoefte aan voldoende eiwitrijke gewassen te kunnen voorzien. Zo hoeft er minder soja- en palmproducten te worden geïmporteerd. Daarmee kan de stikstof- en CO2-uitstoot enorm terug worden teruggedrongen.

Kringlooplandbouw is noodzakelijk om te komen tot minder overlast van broeikasgassen, geur, stikstof en gewasbeschermingsmiddelen. Kringlooplandbouw is er ook op gericht om verspilling in de voedselproductie tegen te gaan. Het gaat niet alleen om een zo hoog mogelijke productie, maar juist ook om grondstoffen zoveel mogelijk ‘uit de kringloop’ te betrekken. Voor kringlooplandbouw is de grootte van de veestapel van essentieel belang: koeien, varkens en kippen zijn nodig om de cirkel rond te krijgen. Voldoende weidegronden om de koeien te kunnen laten grazen en een kleinere veestapel die qua omvang en milieubelasting past in Nederland is niet alleen goed voor mens en natuur, maar ook voor die van de dieren.

Met weidegang hebben de dieren de ruimte om hun natuurlijke gedrag te vertonen, zitten beter in hun vel en hebben minder stress. Bovendien wordt daarmee een bijdrage geleverd aan de ‘aankleding’ van het landschap. Met meer Nederlandse producten in de schappen en tegen een betere productieprijs kunnen de kringloopboer en de circulaire landbouw de toekomst hebben.

Dierwelzijn in de veehouderij

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: februari 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

Verbetering van de biodiversiteit en belevingswaarde van het agrarisch gebied zijn alleen mogelijk met minder intensieve veehouderij. Hoe realistisch is schaalverkleining? Laten wij beginnen te stoppen met schaalvergroting.

Zuivelcoöperatie Friesland-Campina liet eind 2019 weten dat 83 procent van de aangesloten melkveebedrijven in Nederland een vorm van weidegang toepast. De weidepremies die zuivelondernemingen aan boeren geven zijn van belang om koeien zichtbaar te houden in Nederlandse landschap. De bereidheid van de consument om daar iets extra’s voor te betalen geeft een extra stimulans. In de gemeente Castricum, net als in andere gemeenten in Noord-Holland, ligt het percentage weidegang hoger. Volgens het CBS ligt het aandeel bedrijven met beweiding in Noord-Holland op 90 procent.

Koeien in de wei, dat zien we graag, maar is dit in het belang van de mens, de koe of de natuur? Koeien in de wei leveren stikstof op in de atmosfeer. Dat levert stikstofneerslag op in natuurgebieden, waardoor er maatregelen genomen moeten worden. In een loop- en ligboxenstal worden deze uitlaatgassen afgevangen. De Wageningen Universiteit en Research voorspelt echter de komende jaren een dalende trend in het aantal koeien in de wei. Grotere bedrijven met meer dan 250 koeien verdringen bescheidenere bedrijven. Bij toenemende bedrijfsgrootte is weidegang lastiger in te passen in de bedrijfsvoering. De dieren verblijven veelal in een loop- en ligboxenstal met in het gunstige geval achter de boerderij een huiskavel voor een uitloopmogelijkheid naar buiten. Het gras op de verder gelegen weidepercelen wordt gemaaid en aan de koeien op stal gevoerd. Door het gras te maaien is de grasopbrengst hoger omdat niets door vertreding en bevuiling verloren gaat. Er worden grassoorten ingezaaid die een grotere grasopbrengst opleveren. Dit wordt wel grasakkerbouw genoemd en brengt verschraling van de natuurwaarden met zich mee. De wintervoorraad gras wordt opgeslagen in grote ronde balen, stevig verpakt in plastic, of bewaard in langwerpige kuilen die worden afgedekt met plastic met daarop een laag zand of autobanden. Het zal niet eenvoudig zijn, maar meer biodiversiteit en hogere landschappelijke kwaliteit kan dus alleen verkregen worden met schaalverkleining, dat wil zeggen, kleinere veestapel per bedrijf, meer kruidenrijke graslanden voor insecten en een gunstige grondwaterstand voor een gezonder bodemleven. Insecten en een gezond bodemleven zijn onmisbaar voor de weidevogelpopulatie. Wie zal de boer daarvoor betalen?

 

Koeien in de wie zien we graag, maar veel koeien in de wei, is dat wel in het belang van de mens, de koe of de natuur?

 

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: januari 2024

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt:

In Uitgeest bestaan mooie doorzichten die gekoesterd moeten worden.

Uitgeest is een compact gebouwd dorp met weinig opgaande begroeiing, maar met een sfeervolle oude kern. Tot de mooie doorzichten behoren het uitzicht van verschillende kanten op de molens De Kat en De Dog, de doorzichten bij de sluis met ophaalbrug aan de Meldijk en het uitzicht vanaf de Lagendijk op het landelijke gebied met de Tweede Broekermolen. Vanaf de oeverparken Dorregeest en Zwaansmeer kan het Uitgeestermeer worden overzien. Aan de westkant is de Dije als restant van de noordelijke geulboog van het Oer-IJ van grote natuurhistorische en landschappelijke waarde. Deze wordt gekruist door de Uitgeesterweg uit Castricum. In dit gebied ligt ook de eeuwenoude eendenkooi Van der Eng.
Als de plannen eertijds van de gemeente Uitgeest waren doorgegaan zou de eendenkooi nu omringd zijn door een woonwijk. De kooi wordt beheerd door Landschap Noord-Holland. Enkele keren per jaar kan er ingetekend worden voor een excursie.

Aan de noordwestzijde van Uitgeest ligt de Koogdijk vanwaar tijdens een wandeling van het landelijke gebied genoten kan worden.

Uitzicht vanaf de dorpsrand op de molens De kat en De Dog.

secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Privacy Settings
We use cookies to enhance your experience while using our website. If you are using our Services via a browser you can restrict, block or remove cookies through your web browser settings. We also use content and scripts from third parties that may use tracking technologies. You can selectively provide your consent below to allow such third party embeds. For complete information about the cookies we use, data we collect and how we process them, please check our Privacy Policy
Youtube
Consent to display content from - Youtube
Vimeo
Consent to display content from - Vimeo
Google Maps
Consent to display content from - Google