Standpunt van de maand: februari 2024
Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.
Het standpunt van de maand luidt:
Verbetering van de biodiversiteit en belevingswaarde van het agrarisch gebied zijn alleen mogelijk met minder intensieve veehouderij. Hoe realistisch is schaalverkleining? Laten wij beginnen te stoppen met schaalvergroting.
Zuivelcoöperatie Friesland-Campina liet eind 2019 weten dat 83 procent van de aangesloten melkveebedrijven in Nederland een vorm van weidegang toepast. De weidepremies die zuivelondernemingen aan boeren geven zijn van belang om koeien zichtbaar te houden in Nederlandse landschap. De bereidheid van de consument om daar iets extra’s voor te betalen geeft een extra stimulans. In de gemeente Castricum, net als in andere gemeenten in Noord-Holland, ligt het percentage weidegang hoger. Volgens het CBS ligt het aandeel bedrijven met beweiding in Noord-Holland op 90 procent.
Koeien in de wei, dat zien we graag, maar is dit in het belang van de mens, de koe of de natuur? Koeien in de wei leveren stikstof op in de atmosfeer. Dat levert stikstofneerslag op in natuurgebieden, waardoor er maatregelen genomen moeten worden. In een loop- en ligboxenstal worden deze uitlaatgassen afgevangen. De Wageningen Universiteit en Research voorspelt echter de komende jaren een dalende trend in het aantal koeien in de wei. Grotere bedrijven met meer dan 250 koeien verdringen bescheidenere bedrijven. Bij toenemende bedrijfsgrootte is weidegang lastiger in te passen in de bedrijfsvoering. De dieren verblijven veelal in een loop- en ligboxenstal met in het gunstige geval achter de boerderij een huiskavel voor een uitloopmogelijkheid naar buiten. Het gras op de verder gelegen weidepercelen wordt gemaaid en aan de koeien op stal gevoerd. Door het gras te maaien is de grasopbrengst hoger omdat niets door vertreding en bevuiling verloren gaat. Er worden grassoorten ingezaaid die een grotere grasopbrengst opleveren. Dit wordt wel grasakkerbouw genoemd en brengt verschraling van de natuurwaarden met zich mee. De wintervoorraad gras wordt opgeslagen in grote ronde balen, stevig verpakt in plastic, of bewaard in langwerpige kuilen die worden afgedekt met plastic met daarop een laag zand of autobanden. Het zal niet eenvoudig zijn, maar meer biodiversiteit en hogere landschappelijke kwaliteit kan dus alleen verkregen worden met schaalverkleining, dat wil zeggen, kleinere veestapel per bedrijf, meer kruidenrijke graslanden voor insecten en een gunstige grondwaterstand voor een gezonder bodemleven. Insecten en een gezond bodemleven zijn onmisbaar voor de weidevogelpopulatie. Wie zal de boer daarvoor betalen?
Koeien in de wie zien we graag, maar veel koeien in de wei, is dat wel in het belang van de mens, de koe of de natuur?