Category: Uncategorized

Standpunt van de maand: oktober 2021

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt: 

Met aanplant van gebiedseigen struweelzones zijn de overgangen tussen bebouwing en het landelijk gebied natuurlijker te maken.

De westkant van Uitgeest laat zien dat volgebouwde bebouwingsranden niet lelijk hoeven te zijn. Architectuur, passend materiaalgebruik en gebiedseigen struweelzones kunnen ook aan harde bebouwingsgrenzen landschappelijke kwaliteit geven. Van grote landschappelijke waarde is het uitzicht op de oostzijde van het dorp. Van cultuurhistorische waarde zijn de nog aanwezige korte vaarwegen vanaf de Westergeestervaart naar de vroeger aan de rand gelegen boerderijen.

Helaas kent Uitgeest aan de zuidzijde ook een bebouwingsrand langs de Tolvaart waarbij de erven grenzen tot aan de oever van deze historische waterloop. Door de individuele tuinen, met daartussen erfafscheidingen en een variatie aan aanlegsteigers is de oorspronkelijke oeverzone verloren gegaan en komt de bebouwingsrand rommelig over. Voor de waardering van het landschap is niet alleen het zicht vanuit het buitengebied op de dorpsranden van belang, dat zijn ook de doorzichten vanuit de randbebouwing. Doorzichten zijn als het ware vensters waardoor het landelijk gebied kan worden beleefd, zoals vanaf de Westerweg en de Oosterzij in Limmen met alleen bebouwing aan de dorpskant en op de overgang van strandwal en strandvlakte hier en daar een boerderij met erfbeplanting. Hagen, niet hoger dan 100 cm, langs de wegen op de strandwallen en als perceelscheiding versterken het dorpskarakter van de woonkernen. Hogere hagen als afsluiting van achtertuinen vormen geen bezwaar.

De westkant van Uitgeest laat zien dat bebouwingsranden niet lelijk hoeven te zijn

 

 

Reageren? Stuur een mail naar secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: september 2021

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt: 

Het aanleggen van singelbeplanting rond lelijke gebouwen aan de bebouwingsranden en in het open gebied geeft het landschap een kwaliteitsimpuls.

Vroeger waren de strandwallen te herkennen aan de daarop liggende akkers en gespreide bebouwing. Die akkers zijn vrijwel geheel onder de toegenomen bebouwing verdwenen. Daardoor zijn strandwallen niet alleen te herkennen aan hoog opgaand groen en de torenspitsen, maar ook aan de gesloten bebouwing. Zolang er uitsluitend op de strandwallen gebouwd wordt blijven deze in het landschap herkenbaar.

Randen van de bebouwde gebieden zijn van betekenis voor de beeld- en belevingswaarde van het omringende buitengebied. Lelijke gebouwen
(veelal gaat het om schuren) aan de bebouwingsranden en in het open gebied doen afbreuk aan de beleving van het landschap. Het aanleggen van singelbeplanting rond lelijke bebouwing geeft het landschap een kwaliteitsimpuls.

De loods zonder singelbeplanting
aan de oostkant van Limmen doet
afbreuk aan de beleving van het
dorpssilhouet.

 

Reageren? Stuur een mail naar secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: augustus 2021

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt: 

Windmolenparken op zee roepen een gevoel van begrenzing op. Daarmee behoort het beleven van de volmaakte openheid van de Noordzee tot het verleden. Windmolenparken of andere grootschalige voorzieningen moeten niet dichter bij de kust worden gebouwd.

In de Noordzeezone vallen alle verticale elementen sterk op. De windmolens op zee zijn bij helder weer van verre zichtbaar. Om te beoordelen of en waar zeeparken moeten komen, behoren behalve het visuele aspect ook andere criteria meegewogen te worden. Bijvoorbeeld: wat zijn de effecten van deze parken op het zeeleven? Welke effecten hebben elektriciteitskabels op de zeebodem? Welke elektromagnetische velden stralen die uit en wat zijn daarvan de gevolgen. Wat is de economische levensduur van molens? Moeten we plekken verder weg juist niet reserveren voor nog duurzamere energiewinning? Het feit dat windmolens in het zicht staan, confronteert ons met onze energieconsumptie.

Als windparken bijdragen aan biodiversiteit, waar aanwijzingen voor zijn, spreken we dan nog van horizonvervuiling, een ‘industrieel hekwerk’ of gaan we het dan een ‘biologisch netwerk’ noemen? Welke energie willen we in de toekomst?

 

 

Maken windmolens op zee de kuststreek minder aantrekkelijk voor strandbezoekers?

Reageren? Stuur een mail naar secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: juli 2021

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt: 

Om het natuurlijke en cultuurhistorische landschap te sparen moeten bouwopgaven zoveel mogelijk binnen de bestaande kernen plaatsvinden, met een voorkeur bij knooppunten van openbaar vervoer.

Metropool Amsterdam in ontwikkeling kenmerkt zich door een grote verscheidenheid aan steden, dorpen en deelregio’s, met specifieke identiteiten en kwaliteiten. Al deze kernen liggen in een grote diversiteit aan landschappen met hoge ecologische, recreatieve en cultuurhistorische waarden. Er is een steeds sterkere uitstraling van de metropool in alle windrichtingen: naar Alkmaar en Hoorn, naar de Leidse regio (provincie Zuid-Holland) en in de richting van Utrecht en Flevoland. Ook Castricum en Uitgeest liggen in de invloedsfeer van de metropool. Binnen de metropool functioneert sinds 2007 het samenwerkingsverband Metropoolregio Amsterdam (MRA). Hierbij zijn enkele tientallen gemeentes betrokken in zowel de provincies Noord-Holland als Flevoland.

De Metropool Amsterdam ontwikkelt zich snel. Daarbij gaat het niet alleen om woningbouw, maar ook om de aanleg van kantoorparken, bedrijventerreinen en wegen. Het gevolg daarvan is het verdwijnen van historische landschapspatronen en landschapselementen. De leesbaarheid van het verleden wordt daardoor moeilijker en cultuurlandschappen verliezen hun specifieke karakter. Anderzijds worden door de verstedelijking het natuurlijke en cultuurhistorische landschap steeds belangrijker voor recreatie. Van belang is de waardering voor het landschap en de mate waarop het beleefd kan worden. Om het natuurlijke en cultuurhistorische landschap te sparen moeten bouwopgaven zoveel mogelijk binnen de bestaande kernen plaatsvinden, met een voorkeur bij knooppunten van openbaar vervoer.

De beleving van de ruimte wordt vooral bepaald door kenmerken als openheid en beslotenheid. In het kader van de Omgevingsvisie heeft de provincie Noord-Holland diverse gebieden aangewezen als Bijzondere Provinciale Landschappen (BPL).

 

 

Door de verstedelijking wordt het natuurlijke en cultuurhistorische landschap in Holland boven Amsterdam steeds belangrijker voor recreatie.

 

Reageren? Stuur een mail naar secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: juni 2021

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt: 

Door het Limmergat niet uit te diepen verdwijnt de aantrekkingskracht voor dieper stekende recreatievaartuigen om aan te meren en behouden vele diersoorten hun beschutte biotoop.

In het Alkmaarder- Uitgeestermeergebied kan waterberging en recreatie goed samengaan. Zowel voor recreatie als ook het benutten van water uit het merengebied tijdens droge periodes is de waterkwaliteit voor de landbouw van groot belang. Het lozen van toiletafval en vuilwatertanks in havens en open water is verboden. De waterkwaliteit is nog meer te verbeteren door het nog verder terugdringen van riooloverstorten. De brede rietkragen langs het Limmergat werken als een helofytenfilter waarbij stikstof en fosforverbindingen worden vastgelegd. Door het Limmergat niet uit te diepen verdwijnt de aantrekkingskracht voor dieper stekende recreatievaartuigen om aan te meren en behouden vele watervogels hun beschutte biotoop en vissen hun paaiplaats.

Het Limmergat met een brede rietzoom en daarachter de Dorregeestermolen.

 

 

 

Reageren? Stuur een mail naar secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: mei 2021

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt: 

Verdere maaivelddaling in de veenweidepolders kan geminimaliseerd worden door het hoog houden van de grondwaterstanden.

Ontgonnen veenlandschappen speelden eeuwenlang een belangrijke rol voor de voedselvoorziening, maar uiteindelijk waren veengronden alleen nog maar geschikt als weidegronden en hooilanden. Ontwatering en bemesting brachten vertering van het veen opgang, waardoor steeds meer veenmassa als kooldioxide in de lucht is verdwenen. Het stimuleren van nieuwe veenvorming verdient een kans. Groeiend veen legt de koolstof vast die wij door het verbranden van veen, steenkool, aardolie en gas eeuwenlang in de atmosfeer hebben gebracht. Groeiend veen is echter een heel langzaam proces!

Landbouwgebieden in de veenweidepolders hebben een goed uitgebalanceerd waterpeil nodig om verdere maaivelddaling te voorkomen en toch het land te kunnen bewerken. Natuurgebieden bieden meer perspectief door waterberging te combineren met de natuurfunctie. In de winter kan het water opgezet worden tot boven het maaiveld. In de lente en de zomer kan een plas-drassituatie voor vele weidevogels heel aantrekkelijk zijn. Een dergelijke situatie wordt in het voorjaar gecreëerd in de Polder de Uitgeester- en Heemskerkerbroek nabij fort Krommeniedijk. Ook in de natuurgebieden Groote Ven en Oude Venne langs het polderweggetje tussen Castricum en Uitgeest bestaat een plas-drasmilieu dat ideaal is voor water- en weidevogels.

 De Westwouderpolder is een veenpolder met een hoge waterstand om verdere maaivelddaling tegen te gaan.

Reageren? Stuur een mail naar secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: april 2021

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt: 

Met het benutten van schoon duinwater en extensieve veeteelt kan de natuurwaarde van weilanden in de duinrandpolders worden verbeterd.

Hoe krijgen we het romantische beeld terug van grazende koeien in weiden die niet eentonig groen zijn maar ieder seizoen een bont kleurenpallet laten zien door de diverse grassoorten en kruiden?

Dit kan bereikt worden met het inzaaien van kruidenrijk graszaad en extensieve beweiding. Bovendien is het voordeel van extensieve boven intensieve beweiding het matige gebruik van meststoffen. Uitspoeling van voedingsstoffen naar het grond- of slootwater is dan veel minder, waardoor heldere sloten met zuurstofrijk water het landschap gaan sieren en koeien hieruit naar hartenlust kunnen drinken.

Een hoog winters waterpeil in de strandvlaktes geeft tegendruk aan de kwelstroom uit duinen en strandwallen. Hierdoor blijft meer water geborgen in de hoger liggende gebieden. Een laag waterpeil in de zomer geeft extra kwel in de zomer, met als gevolg dat de hoeveelheid gebiedseigen water het jaar rond toeneemt. Het resultaat van het geheel is een sterk verminderde behoefte aan aangevoerd gebiedsvreemd boezemwater.

Het hiervoor beschreven waterregiem wordt toegepast voor weidenatuurgebieden in de polders, zoals het Zeerijdtsdijkje en De Hooge Weide achter Bakkum. Tegengesteld zijn de waterpeilwensen bij agrarisch grondgebruik. Voor agrarisch grondgebruik is in de winter een laag waterpeil gewenst om het land te kunnen bewerken en in de zomer een hoog waterpeil om de gewassen goed te kunnen laten groeien. Echter een peilbeheer met hoge waterstanden in de winter en uitzakkende peilen in de zomer ondersteunt op vele fronten kwalitatieve en kwantitatieve eigenschappen van het watersysteem voor de natuur. 

Hierdoor verbetert de natuurwaarde van weilanden in de duinrandpolders op natuurlijke wijze.

Bloemrijke slootkant

Reageren? Stuur een mail naar secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: maart 2021

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt: 

Door waterpartijen in de woonkernen van glooiende oevers te voorzien wordt de bergingscapaciteit vergroot en neemt de natuurwaarde toe.

Bij hevige regenval staat niet meteen al het water voor de gemalen om weggepompt te worden. De transportsnelheid van overtollig water via het boezemsysteem op weg naar zee is aan grenzen gebonden en dat kan leiden tot wateroverlast. De kans op calamiteiten neemt af als de weg van het regenwater naar het gemaal via omwegen wordt verlengd en onderweg in waterbergingen opgevangen kan worden. De oude geulen van het Oer-IJ zijn alleen op reliëfkaarten zichtbaar. Ze kunnen benut worden als ‘klimaatbuffer’. In natte tijden kunnen ze vanuit de waterlopen gecontroleerd volstromen. De kreekbeddingen kunnen daarnaast water vasthouden voor droge tijden. Het herstellen van de kreken is een van de voorstellen die genoemd worden in de notitie ‘Inspiratiebeeld Oer-IJ-gebied’ uitgebracht door de Stichting Oer-IJ. Deze stichting hoopt dat dit zal bijdragen aan een betere zichtbaarheid van het Oer-IJ in het landschap.

De waterberging kan ook vergroot worden door de oevers van bestaande waterpartijen in de woonkernen glooiend te maken.     Bovendien ontstaan zo luwe zones met water- en oeverplanten en leefgebieden voor allerlei dieren zoals vissen, slakken, waterkevers en libellen. Een groot voordeel van glooiende oevers is ook de toegenomen veiligheid voor peuters. Zij vallen niet direct in diep water, maar hebben een kans terug te kruipen en hoogstens vuil en nat huiswaarts te keren. Ook kan op gemeenschapsgeld worden bespaard, want kostbaar onderhoudswerk en duur beschoeiingmateriaal kan achterwege kan blijven.

Duinrellen kunnen het grondwaterniveau aan de duinzoom reguleren, zodat overlast door een te hoge grondwaterstand wordt voorkomen. Als de zoetwaterbel in het duinmassief is hersteld, kan het kwelwater via duinrellen zowel natuurgebieden alsook de vijvers in de woonwijken van Castricum van schoon water voorzien. Zolang er vanaf mei/juni nog water vanuit het Alkmaardermeer, via de Schulpvaart, moet worden aangevoerd om de vijvers in de woonwijken door te spoelen en droogte in de duinrandpolders te voorkomen, is het bovenstaande een wensgedachte.

 

Glooiende en steile vijveroever gevangen in één beeld.

Reageren? Stuur een mail naar secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: februari 2021

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt: 

Als de zoetwaterbel in het duinmassief is hersteld, kan het kwelwater via duinrellen zowel natuurgebieden alsook de vijvers in de woonwijken van Castricum van schoon duinwater voorzien.

Tegenwoordig wordt voor de drinkwatervoorziening geen grondwater meer onttrokken uit de duinen, maar in de kanalen voorgezuiverd IJsselmeerwater ingelaten, om voor een laatste zuivering in de zandbodem te infiltreren en daarna te worden opgepompt. Daardoor kan de zoetwaterbel in het duingebied zich herstellen en in de toekomst de motor vormen achter veranderingen in het achterland.

De groeiende hoeveelheid zoet water maakt niet alleen de terugkeer van streekeigen unieke flora mogelijk, maar heeft ook een uiterst belangrijke strategische functie. In tijden van rampspoed, wanneer het zoete IJsselmeerwater door wat voor oorzaak dan ook niet bruikbaar is om drinkwater van te maken, biedt het Castricumse duingebied de mogelijkheid de Noord-Hollandse bevolking toch van drinkwater te blijven voorzien. De drinkwatermaatschappij PWN heeft namelijk bronnen aangelegd om deze voorraad drinkwater in tijden van nood te kunnen winnen.

In het verleden is in de duinrand veel zand afgegraven. De Zanderij leverde het zand voor het talud onder de spoorlijn en het duinmeer bij Bakkum het zand voor de robuuste op- en afritten naar het viaduct over het spoor tussen Bakkum en Limmen. Aangevoerd zand kan de opslagcapaciteit van water in de duinen weer doen toenemen. Het ‘zandbankieren’ (opspuiten van zand voor de kustverdediging) is daarvoor een mogelijkheid, waarbij de wind het transport regelt. Veel meer regenwater blijft dan binnen het duinmassief opgeslagen.

Het regenwater zakt in de zandige bodem en stroomt langzaam naar de polders en naar de zee.

Duinrellen kunnen het grondwaterniveau aan de duinzoom reguleren, zodat overlast door een te hoge grondwaterstand wordt voorkomen. Als de zoetwaterbel in het duinmassief is hersteld, kan het kwelwater via duinrellen zowel natuurgebieden alsook de vijvers in de woonwijken van Castricum van schoon water voorzien. Zolang er vanaf mei/juni nog water vanuit het Alkmaardermeer, via de Schulpvaart, moet worden aangevoerd om de vijvers in de woonwijken door te spoelen en droogte in de duinrandpolders te voorkomen, is het bovenstaande een wensgedachte.

 

Reageren? Stuur een mail naar secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Standpunt van de maand: januari 2021

Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.

Het standpunt van de maand luidt: 

Het verhogen van de grondwaterstand en meer ruimte om water op te slaan in natuur- en agrarische gebieden helpen droogteproblemen te voorkomen en verzilting tegen te gaan.

Strijden tegen een overvloed van regen en een stijgende zeespiegel zijn zaken die wel bij iedereen bekend zijn, maar dat niet alleen met wateroverlast rekening gehouden moet worden maar ook met watertekort is gebleken tijdens de hete en droge zomer van 2018; sinds 1976 de droogste zomer. Niet alleen de natuur had last van de droogte: ook de landbouw, de scheepvaart en de industrie. Rijkswaterstaat besloot dat de sluizen in IJmuiden minder vaak mochten worden gebruikt om daarmee te voorkomen dat te veel zout water vanuit de zee het Noordzeekanaal binnenstroomde en zich verder in het binnenland zou verspreiden. Ook elders in het land werden maatregelen getroffen om het zoete water zo lang mogelijk vast te houden en instroom van zout water terug te dringen. Het IJsselmeer heeft zich bewezen als een belangrijke zoetwaterbuffer in tijden van de droogte.

In het natte voorjaar willen de boeren snel het land gaan bewerken. Daarvoor is het nodig dat water in de bodem snel wordt afgevoerd, zodat de grond niet te drassig is. Maar als het droog is, heeft iedereen daar last van: al gauw is een gebied zo droog dat er een ernstig tekort ontstaat, vooral de hoger gelegen gebieden. Het is beter om de zomer te beginnen met een hoger grondwaterpeil. Dan krijgen vooral de hoger gelegen gebieden minder snel last van een serieus watertekort. Ook voor de natuur is verhogen van de grondwaterstand belangrijk. Natuurgebieden kunnen als ‘klimaatbuffers’ veel water opvangen en vasthouden voor drogere periodes. Het verhogen van de grondwaterstand en meer ruimte om water op te slaan in natuur- en in agrarische gebieden helpen droogteproblemen te voorkomen en verzilting tegen te gaan.

De lange droge zomer van 2018.

Was het in 2018 een droge en hete zomer. Op 25 juli 2019 werd het hitterecord in Nederland van 40,7 graden Celsius in Gilze-Rijen gemeten. Daarmee sneuvelde het record van 23 augustus 1944 in Warnsveld. Toen werd daar 38,6 graden Celsius werd gemeten.

Met zeven dagen op rij werd in augustus 2020 een hittegolfrecord gebroken. Sinds het begin van de metingen in De Bilt vanaf 1901 is een reeks van zeven dagen met dertig graden en daarboven niet eerder voorgekomen.

Reageren? Stuur een mail naar secretariaat@alkmaardermeeromgeving.nl


Privacy Settings
We use cookies to enhance your experience while using our website. If you are using our Services via a browser you can restrict, block or remove cookies through your web browser settings. We also use content and scripts from third parties that may use tracking technologies. You can selectively provide your consent below to allow such third party embeds. For complete information about the cookies we use, data we collect and how we process them, please check our Privacy Policy
Youtube
Consent to display content from - Youtube
Vimeo
Consent to display content from - Vimeo
Google Maps
Consent to display content from - Google