Standpunt van de maand: april 2022
Door de Stichting is de informatiebundel ‘Gekende landschappen’ tot stand gebracht. Deze informatiebundel kan geraadpleegd en gedownload worden vanaf de website. Maandelijks wordt uit deze bundel een standpunt gelicht met een toelichtende beschrijving. Lezers worden van harte uitgenodigd op onderstaand standpunt te reageren. Onderaan de rubriek wordt daarvoor de mogelijkheid geboden.
Het standpunt van de maand luidt:
Ook boeren in de nabijheid van weidevogelkerngebieden kunnen bijdragen aan de verbetering van de weidevogelstand door het plas-dras houden van greppels. Hierdoor komt meer voedsel voor weidevogels beschikbaar.
Het grootste deel van het agrarisch natuurbeheer bestaat uit beheer voor weidevogels, zodat soorten als grutto’s, kieviten, scholeksters en tureluurs voldoende voedsel, bescherming, nest- en voortplantingsgelegenheid kunnen vinden. Ondanks de inspanningen van agrariërs en forse investeringen door de provincie loopt de weidevogelpopulatie in veel gebieden nog steeds terug. Deze terugval heeft meerdere oorzaken, zoals intensivering van de landbouw, oprukkende bebouwing, klimaatverandering en predatie door onder andere vossen en verwilderde katten. Zonder extra maatregelen bestaat het gevaar dat de weidevogelpopulatie verder terugloopt en soorten zelfs kunnen verdwijnen. De provincie ondersteunt nu alleen nog de weidevogelbescherming in aangewezen weidevogelkerngebieden. Uit wetenschappelijk onderzoek en uit praktijkervaring is gebleken dat het inzetten op kerngebieden binnen het Natuurnetwerk Nederland, met optimale condities voor weidevogels, zoals een hoog waterpeil, kruidenrijk grasland, het verwijderen van bomen en struiken en een latere maaidatum, een zinvolle manier van weidevogelbescherming is. Ook boeren in de nabijheid van weidevogelkerngebieden kunnen bijdragen aan de verbetering van de weidevogelstand door het plas-dras houden van greppels.
Hierdoor komt meer voedsel voor weidevogels beschikbaar. In het voorjaar van 2019 was door de droogte de grond keihard waardoor oudervogels niet met de snavel de grond in konden om wormen en insecten te bemachtigen voor hun pullen. Een andere maatregel in het belang van de weidevogels is het aanbrengen van een vossenraster. Hierdoor neemt de roofdruk van vossen af.
De kievit broedt in grote open terreinen, meestal op (maïs)akkers en in weilanden.